ECLI:NL:RBDHA:2023:3312
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Syrische nationaliteit, heeft een asielaanvraag ingediend, maar zijn aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris stelt dat eiser sinds 2 april 2021 internationale bescherming geniet in Bulgarije, waardoor hij een sterkere band met dat land heeft dan met Nederland. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft de zaak op 9 maart 2023 behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat de situatie voor statushouders in Bulgarije in strijd is met internationale verdragen, zoals het EVRM en het EU-Handvest. Hij heeft verwezen naar rapporten en eerdere uitspraken van de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat de situatie in Bulgarije voor statushouders zodanig is verslechterd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden toegepast.
De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat hij zich voldoende heeft ingespannen om zijn rechten als statushouder te effectueren. Ook zijn stellingen over pushbacks en het risico op intrekking van zijn verblijfsstatus zijn niet onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.