Op 16 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een voormalig vrachtwagenchauffeur, en het UWV. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van zijn Ziektewetuitkering, die op 2 november 2021 was stopgezet omdat hij meer dan 65% van zijn eerdere loon kon verdienen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, na beoordeling van de medische en arbeidskundige rapporten die door het UWV waren ingediend. Eiser stelde dat hij meer beperkingen had dan het UWV had aangenomen, maar de rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de medische belastbaarheid van eiser op overtuigende wijze was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve onderbouwing was voor verdergaande beperkingen en dat het UWV terecht had geoordeeld dat eiser in staat was om arbeid te verrichten. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiser over de onafhankelijkheid van de verzekeringsarts en de relevantie van eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak bevestigde dat het UWV de ZW-uitkering van eiser terecht had beëindigd, en het beroep werd afgewezen.