ECLI:NL:RBDHA:2023:3714
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dublinverordening; overnameverzoek en internationale verplichtingen van Frankrijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Libanese nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de termijn voor het indienen van een verzoek om overname is overschreden en dat er risico's zijn voor zijn gezondheid bij overdracht naar Frankrijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het verzoek om overname niet is overschreden, aangezien de aanvraag op 12 juli 2022 is ingediend en het verzoek om overname op 30 augustus 2022 is gedaan. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Frankrijk zijn internationale verplichtingen niet nakomt en dat er geen sprake is van een reëel risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van zijn gezondheid. Eiser heeft ook geen bewijs geleverd voor een afhankelijkheidsrelatie met zijn broer in Nederland, wat een uitzondering op de Dublinverordening zou kunnen rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.