ECLI:NL:RBDHA:2023:3735
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder weigert asielaanvraag op basis van Dublinverordening; beoordeling van tijdelijke opschorting overdracht naar Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, en dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië een verzoek om overname niet tijdig had afgehandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opschorting van overdrachten door Italië, zoals vermeld in een circular letter van 5 december 2022, niet leidt tot een onrechtmatige vaststelling van Italië als verantwoordelijke lidstaat. De rechtbank oordeelt dat de tijdelijke opschorting van overdrachten door Italië een feitelijk beletsel is en dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat eiser in Italië een reëel risico loopt op een onmenselijke of vernederende behandeling. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat de situatie in Italië zodanig is dat hij bij overdracht een reëel risico loopt op schending van zijn rechten onder het EVRM en het EU-Handvest.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week na bekendmaking hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.