ECLI:NL:RBDHA:2023:4542
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en procesbelang
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 22 mei 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 10 januari 2023 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desondanks zijn beroep gehandhaafd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiser geen procesbelang meer heeft met betrekking tot het niet tijdig nemen van een besluit. Eiser heeft echter aangevoerd dat hij procesbelang heeft, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 6 januari 2023, maar heeft niet verduidelijkt waar dit procesbelang op is gebaseerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie in de eerdere uitspraak niet van toepassing is, omdat de asielaanvraag inmiddels is ingewilligd. De rechtbank concludeert dat de vraag of verweerder moet worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten niet leidt tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De rechtbank heeft ook overwogen of verweerder op basis van artikel 8:75 van de Awb tot vergoeding van de proceskosten moet worden veroordeeld, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval is. De verlenging van de beslistermijn door verweerder is rechtsgeldig en de ingebrekestelling van eiser was te vroeg ingediend. Daarom is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.