Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 28 oktober 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 5 april 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 5 oktober 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 5 juli 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, omdat er op het moment van de inwerkingtreding van de wijziging van de Vreemdelingencirculaire (WBV 2022/22) sprake was van een situatie die dit rechtvaardigde.
Eiser had op 10 oktober 2022 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier J. de Winter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.