Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[nummer 1], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 22 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 26 april 2022 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 26 oktober 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 26 juli 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, omdat er op het moment van inwerkingtreding van de wijziging van de Vreemdelingencirculaire sprake was van een situatie die deze verlenging rechtvaardigde.
De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van eiser, die op 28 oktober 2022 was ingediend, te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.