Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 22 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 31 maart 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 30 september 2022, maar werd verlengd met negen maanden door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waardoor de nieuwe einddatum op 30 juni 2023 kwam te liggen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en dat er op het moment van de ingebrekestelling op 2 november 2022 nog geen sprake was van een verstreken beslistermijn.
De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.