ECLI:NL:RBDHA:2023:5684
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing naturalisatieverzoek op basis van twijfel aan identiteit en nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 20 april 2023, wordt het beroep van eiser, een Angolese nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn verzoek om naturalisatie behandeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had het verzoek op 1 maart 2021 afgewezen, en deze afwijzing werd gehandhaafd in het bestreden besluit van 12 juli 2022. De rechtbank heeft op 16 maart 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
Eiser, die in 2001 naar Nederland kwam, heeft zijn verzoek om naturalisatie onderbouwd met een paspoort en een geboorteakte. De staatssecretaris twijfelde echter aan de juistheid van de geboorteakte en de identiteit van eiser, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek. Eiser heeft in bezwaar een nieuwe geboorteakte overgelegd, maar de staatssecretaris bleef bij zijn standpunt dat er twijfels bestonden over de identiteit en nationaliteit van eiser.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht twijfels heeft geuit over de identiteit van eiser, vooral gezien de afwijkende handtekening op de geboorteakte en de inconsistenties met de gegevens van zijn halfzussen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris het verzoek tot naturalisatie terecht heeft afgewezen, en verklaart het beroep van eiser ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.