Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 31 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 20 mei 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag eindigde oorspronkelijk op 20 november 2022, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 20 augustus 2023 ligt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, en dat de ingebrekestelling van eiseres op 10 januari 2023 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat de wettelijke voorwaarden voor het indienen van een beroep niet zijn nageleefd. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.