Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder(gemachtigde: mr. P. Lu).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 26 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 5 juli 2022 was ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 5 januari 2023. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor deze pas op 5 oktober 2023 zou eindigen. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie die de verlenging rechtvaardigde. De rechtbank ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken, waardoor de verlenging rechtsgeldig is. Dit betekent dat de ingebrekestelling van eiseres, die op 8 januari 2023 was ingediend, te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Daarom verklaart de rechtbank het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.