Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 8 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 17 april 2022 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres eindigde oorspronkelijk op 17 oktober 2022, maar door de inwerkingtreding van de wijziging van de Vreemdelingencirculaire (WBV 2022/22) op 27 september 2022, werd deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 17 juli 2023 komt te liggen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie die rechtvaardigde dat de beslistermijn werd verlengd. Dit betekent dat de ingebrekestelling van eiseres, die op 21 oktober 2022 was ingediend, te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft verder geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.