Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 3 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 8 oktober 2021 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 8 april 2022, maar werd verlengd tot maximaal vijftien maanden door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Vervolgens is deze termijn opnieuw verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22, waardoor de nieuwe einddatum op 8 juli 2023 ligt.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig is en dat op het moment van de ingebrekestelling op 13 januari 2023 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en kon het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.