Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 6 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
“een nog grotere straf zou krijgen. Bijvoorbeeld de dood.” [1] Ook heeft verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser geen enkel ander werk kon vinden dan opnieuw het werk als muziekartiest. Verweerder heeft hierbij kunnen betrekken dat eiser heeft verklaard dat hij niet heeft geprobeerd om op een andere manier zijn geld te verdienen. Anders dan eiser aanvoert, heeft verweerder eiser hierover wel bevraagd. [2] Dat [naam 3] volgens het AAB in algemene zin regelmatig bedreigingen uit via de telefoon, maakt niet dat verweerder deze werkwijze gelet op eisers asielrelaas ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.