ECLI:NL:RBDHA:2023:6587
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 20 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 19 mei 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag eindigde oorspronkelijk op 19 november 2022, maar werd verlengd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 19 augustus 2023 ligt. Eiser was op de hoogte gesteld van deze verlenging via een brief van 21 november 2022.
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, en dat op het moment van de ingebrekestelling op 2 maart 2023 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiser. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.