ECLI:NL:RBDHA:2023:7644
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag; niet-ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak heeft eiser op 4 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 14 september 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 14 maart 2023. Echter, met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 14 september 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en dat de ingebrekestelling van eiser op 17 maart 2023 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat de wettelijke voorwaarden voor het indienen van een beroepschrift niet zijn nageleefd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na bekendmaking.