Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 28 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn herhaalde asielaanvraag, ingediend op 4 oktober 2022. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag zou eindigen op 4 april 2023. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor deze pas op 4 januari 2024 zou eindigen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en dat er op het moment van de ingebrekestelling op 14 april 2023 nog geen termijn was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak. De relevante wetgeving, waaronder de Vreemdelingenwet 2000 en de wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000, is in de uitspraak genoemd.