ECLI:NL:RBDHA:2023:931
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en overheidsaansprakelijkheid in fosfaatrechtenzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [de V.O.F.] en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De eiser, [de V.O.F.], vorderde schadevergoeding van € 34.000 op grond van onrechtmatige daad, omdat zij meende dat de Staat onrechtmatig had gehandeld door te lang te wachten met het nemen van een beslissing op haar bezwaar tegen de vaststelling van fosfaatrechten. De rechtbank oordeelde dat de Staat niet onrechtmatig had gehandeld, omdat de eiser niet had gemeld dat er bijzondere omstandigheden waren die de vaststelling van de fosfaatrechten beïnvloedden. De rechtbank stelde vast dat de Staat zijn zorgplicht had nageleefd door de eiser in staat te stellen om relevante gegevens te controleren. Bovendien was de vertraging in de beslissing op bezwaar voornamelijk te wijten aan de proceshouding van de eiser zelf, die niet tijdig aanvullende informatie had verstrekt. De rechtbank wees de vorderingen van [de V.O.F.] af en veroordeelde haar in de proceskosten van de Staat, die op € 4.318 werden begroot. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de overheid als de betrokken partijen in procedures rondom fosfaatrechten en de noodzaak om tijdig relevante informatie te verstrekken.