ECLI:NL:RBDHA:2023:9331
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 13 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die hij op 26 december 2021 had ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 26 juni 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn op grond van artikel 43 van de Vreemdelingenwet met een jaar verlengd. Met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is de beslistermijn verder verlengd met negen maanden, waardoor de maximale beslistermijn op 26 september 2023 eindigt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, en ziet geen reden om in deze zaak van dat oordeel af te wijken.
De rechtbank overweegt dat de ingebrekestelling van 23 maart 2023 te vroeg is ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.