ECLI:NL:RBDHA:2023:9545

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juli 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
NL22.25111
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake onderzoek naar adequate opvang voor eiser in Somalië

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 3 juli 2023, wordt de voortgang van het onderzoek naar adequate opvang voor eiser in Somalië besproken. Eiser, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend, heeft eerder te horen gekregen dat hij geen bescherming behoeft. De rechtbank heeft verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, opgedragen om maandelijks te rapporteren over de voortgang van het onderzoek naar de opvang van eiser. Dit onderzoek richt zich op het traceren van de ouders van eiser in Somalië, en de rechtbank heeft benadrukt dat eiser in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op de onderzoeksresultaten en om aan te geven hoe hij meewerkt aan het onderzoek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende voortvarend handelt in het onderzoek naar de opvang van eiser. Er is momenteel geen reden om aan te nemen dat het onderzoek niet tot resultaat zal leiden. Eiser heeft aangegeven dat hij niet elke medewerking aan het onderzoek weigert, maar dat zijn medewerking niet afhankelijk kan worden gesteld van zijn vrees voor de gevolgen van het onderzoek voor zijn ouders. De rechtbank blijft de regie voeren over het onderzoek en zal verweerder opnieuw opdracht geven om informatie te verstrekken over de verrichte onderzoekshandelingen.

De rechtbank heeft in deze uitspraak ook aangegeven dat verdere beslissingen worden aangehouden totdat er meer informatie is over de voortgang van het onderzoek. De uitspraak is gedaan door mr. S. van Lokven, in aanwezigheid van griffier mr. E.M.L. Kousen, en is openbaar gemaakt op 3 juli 2023. Tegen deze tussenuitspraak is geen hoger beroep mogelijk, behalve in combinatie met een hoger beroep tegen de einduitspraak die nog moet volgen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.25111 Tussenuitspraak III

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. N.M. de Houwer-van Wijk),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Dijcks.)

ProcesverloopBij besluit van 2 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

De rechtbank heeft het beroep op 7 maart 2023 op zitting behandeld en op 29 maart 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:4262) en 24 april 2023 tussenuitspraken gedaan (ECLI:NL:RBDHA:2023:5832).
Verweerder heeft bij brief van 1 mei 2023 met bijlagen voldaan aan de tussenuitspraak van 24 april 2023 door aan te geven wat de voortgang is in het onderzoek naar adequate opvang als bedoeld in TQ (arrest van het Hof van 14 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:9). Eiser heeft op 23 juni 2023 gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de informatie van verweerder en om de vragen van de rechtbank te beantwoorden.

Overwegingen

1. De rechtbank blijft bij al hetgeen zij in de tussenuitspraken heeft overwogen.
2. De rechtbank heeft in de tussenuitspraak van 29 maart 2023 ten aanzien van het onderzoek naar adequate opvang voor eiser in Somalië onder meer het navolgende overwogen:
(…)

5. Verweerder heeft ook ter zitting desgevraagd niet kunnen specificeren welk onderzoek reeds is verricht en welke handelingen op welke termijn zullen worden verricht (…) De Afdeling heeft overwogen dat verweerder dit onderzoek voortvarend dient te verrichten om de periode voor eiser dat hij in onzekerheid verkeert over verblijfsaanvaarding zo kort mogelijk te houden. De Afdeling heeft ook overwogen dat de vraag of verweerder dit onderzoek voldoende voortvarend verricht kan worden voorgelegd aan de rechter. (…) De rechtbank dient door verweerder in staat gesteld te worden om de regiefunctie, zoals die door de Afdeling in de eerdergenoemde uitspraak van 8 juni 2022 aan de rechtbanken is toegekend, te kunnen invullen. (…)

6. De rechtbank zal thans een tussenuitspraak doen om zo in staat te zijn regie te voeren op de handelingen die verweerder zal gaan verrichten en om het tijdsbestek dat hiermee gemoeid zal zijn te kunnen bewaken en beoordelen. (…)

7. De rechtbank zal verweerder in de gelegenheid stellen om schriftelijk aan te geven welke onderzoekshandelingen hij reeds heeft verricht. Verweerder wordt tevens in de gelegenheid gesteld om aan te geven welke handelingen hij nog gaat verrichten en hoeveel tijd hij verwacht hiervoor nodig te hebben. (…)

(…)
3. De rechtbank heeft in de tussenuitspraak van 24 april 2023 onder meer het navolgende overwogen:
(…)
4.
De rechtbank zal om regie te blijven voeren over het onderzoek naar adequate opvang verweerder opdragen elke maand, middels het plaatsen van een bericht in het dossier, de rechtbank te informeren over de voortgang van het onderzoek. (…) Indien het onderzoek naar adequate opvang op 2 juni 2023 nog niet is afgerond en verweerder niet overgaat tot verblijfsaanvaarding, dient verweerder gemotiveerd in te gaan op de voortgang van de procedure en concreet aan te geven welke onderzoekshandelingen verweerder nog dient te verrichten en hoeveel tijd verweerder verwacht daarvoor denkt nodig te hebben. Eiser zal in de gelegenheid gesteld worden om hierop te reageren binnen uiterlijk twee weken nadat verweerder zijn standpunt kenbaar heeft gemaakt. (…) De rechtbank zal vervolgens uitspraak doen en afhankelijk van de voortgang van de procedure en de standpunten van partijen een einduitspraak, dan wel een nadere tussenuitspraak doen.
(…)
5. Verweerder heeft in de brief van 1 mei 2023 onder meer uiteengezet wat in het vertrekgesprek van 4 april 2023 met eiser en zijn voogd is besproken. Ook is aangegeven welke informatie DT&V heeft verschaft aan eiser over de mogelijkheden van IOM en Frontex om de ouders van eiser te kunnen traceren en de terugkeer te ondersteunen. Uit de brief blijkt dat DT&V eiser heeft geadviseerd om in gesprek te gaan met IOM en Frontex en dat op 16 mei 2023 wederom een vertrekgesprek zal plaatsvinden. In de als bijlage toegevoegde “Nota adequate opvang” is beschreven welke onderzoekshandelingen zijn verricht, wat de inspanningen van eiser hierbij zijn en wordt geconcludeerd dat adequate opvang niet kan worden vastgesteld binnen de gestelde termijn omdat eiser onvoldoende meewerkt om een volledig onderzoek naar adequate opvang af te ronden. Verweerder heeft voorts het verslag van het op 16 mei 2023 gehouden vertrekgesprek bijgevoegd.
6. Eiser heeft in zijn brief van 23 juni 2023 onder meer aangegeven dat hij op elk gesprek waarvoor hij is uitgenodigd is verschenen. Eiser geeft aan mee te willen werken voor zover het onderzoek geen gevaar voor zijn ouders oplevert. Eiser heeft voorts toegelicht welke inspanningen hij heeft verricht om mee te werken en om zelf contact te krijgen met zijn ouders.
7. De rechtbank overweegt dat verweerder voldoende voortvarend onderzoekt of voor eiser adequate opvang aanwezig en beschikbaar is in Somalië. Het onderzoek richt zich thans op het tot stand brengen van contact met de ouders van eiser. Op dit moment bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat het voortduren van het onderzoek niet tot resultaat zal leiden. Verweerder is daarom bevoegd en, nu verweerder in deze fase van de procedure niet tot vergunningverlening overgaat, ook gehouden om dit onderzoek voort te zetten. Eiser weigert niet elke medewerking aan het onderzoek. Zoals de rechtbank echter eerder heeft overwogen heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiser geen bescherming behoeft. Hoewel invoelbaar is, reeds gelet op de leeftijd van eiser, dat een beslissing van verweerder en een deeluitspraak van de rechtbank over deze gestelde vrees niet intrinsiek zal worden ervaren door eiser in die zin dat deze vrees hierdoor niet volledig zal zijn weggenomen, zal eiser zijn medewerking aan het onderzoek naar adequate opvang niet afhankelijk kunnen stellen van deze gestelde vrees.
8. De rechtbank zal regie blijven voeren over de voortgang van het onderzoek naar adequate opvang en de medewerking van eiser aan dit onderzoek. De rechtbank zal verweerder opdragen om wederom inlichtingen te verstrekken over de verrichte onderzoekshandelingen en zal eiser wederom in de gelegenheid stellen om aan te geven welke inspanningen hij heeft geleverd om mee te werken aan dit onderzoek naar adequate opvang. Na ontvangst van de gevraagde informatie en reactie zal de rechtbank partijen informeren over de verdere voortgang van de procedure.
9. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

Beslissing

De rechtbank:
  • draagt verweerder op om uiterlijk op
  • stelt eiser in de gelegenheid binnen twee weken nadat verweerder informatie over de voortgang van het onderzoek naar adequate opvang heeft verschaft hierop te reageren,
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. van Lokven, rechter, in aanwezigheid van mr. E.M.L. Kousen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: 03 juli 2023
Rechtsmiddel
Tegen deze tussenuitspraak kunnen partijen geen hoger beroep instellen. Hoger beroep is slechts mogelijk tegelijk met het hoger beroep tegen de nog te wijzen einduitspraak.