Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Heeft verweerder een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
Beslissing
binnen zestien wekenna de dag van verzending van deze uitspraak;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Hijma, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank Den Haag heeft op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in het bestuursrechtelijke geschil over de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiseres had haar aanvraag op 24 oktober 2021 ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist. Eiseres heeft verweerder op 30 augustus 2022 in gebreke gesteld, maar heeft pas meer dan twee weken later beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, omdat verweerder niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zes maanden heeft beslist.
De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de aanvraag niet tijdig is behandeld, er een termijn van twee weken wordt gegeven voor verweerder om alsnog een besluit te nemen. Verweerder heeft verzocht om een langere termijn van zestien weken, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen en de standaardtermijn van acht weken na de uitspraak vastgesteld. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen bestuurlijke dwangsom verschuldigd is, omdat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND van toepassing is op asielaanvragen voor bepaalde tijd.
De rechtbank heeft de Staatssecretaris opgedragen om binnen zestien weken een besluit op de aanvraag bekend te maken. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 januari 2023.