ECLI:NL:RBDHA:2024:10678
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag na prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 1 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had op 8 november 2022 een asielaanvraag ingediend, waarbij de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 8 mei 2023 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 8 februari 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken. Aangezien de ingebrekestelling van 12 mei 2023 prematuur was ingediend, was de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.