ECLI:NL:RBDHA:2024:12242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.L.M. Steinebach - de Wit
- T.J. Engberts
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Slowakije
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 1 juli 2024 niet in behandeling genomen, omdat Slowakije verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 22 juli 2024 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden voor de zitting.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. De rechtbank legt uit dat eiser door het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) als met onbekende bestemming (MOB) is geregistreerd. Dit roept de vraag op of eiser nog procesbelang heeft bij een beoordeling van zijn beroep tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder de minister te informeren over zijn verblijfplaats, er in beginsel van moet worden uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat hij na meerdere pogingen geen contact meer kan leggen met eiser, wat impliceert dat hij niet weet waar eiser zich bevindt. De rechtbank concludeert hieruit dat eiser geen procesbelang meer heeft en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach - de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. T.J. Engberts, griffier, en is openbaar uitgesproken.