ECLI:NL:RBDHA:2024:12249
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) na snelheidsovertreding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had een snelheidsovertreding begaan van meer dan 60 km/uur boven de toegestane maximumsnelheid. Het CBR had eiser verplicht om deel te nemen aan de EMG, wat hij betwistte op basis van persoonlijke omstandigheden, waaronder financiële problemen en de zorg voor zijn gezin. Eiser stelde dat hij niet in staat was om de cursus te volgen vanwege de lange duur en de noodzaak om voor zijn kinderen en moeder te zorgen. De rechtbank oordeelde echter dat het CBR terecht de EMG had opgelegd, aangezien de overtreding vaststond en er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een belangenafweging rechtvaardigden. De rechtbank benadrukte dat de EMG niet als straf moet worden gezien, maar als een maatregel ter bevordering van de verkeersveiligheid. Eiser kreeg geen vergoeding van proceskosten en het beroep werd ongegrond verklaard.