ECLI:NL:RBDHA:2024:12397
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige verklaringen en niet tijdige uitreiking van voornemen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Zimbabwaanse nationaliteit, heeft op 21 mei 2024 een asielaanvraag ingediend, die op 5 juni 2024 door de minister van Asiel en Migratie als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 10 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de verklaringen van eiser over zijn politieke problemen met de politieke partij Political Liberation ongeloofwaardig zijn. Eiser heeft geen documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn relaas en zijn verklaringen zijn vaag en tegenstrijdig. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig toezenden van het voornemen aan eiser niet leidt tot onrechtmatigheid van het besluit, omdat eiser geen nadeel heeft ondervonden. De rechtbank wijst het beroep van eiser af en legt een inreisverbod van twee jaar op, maar kent wel een proceskostenvergoeding van € 1.750,- toe aan eiser.