Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 12 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis voor haar en haar minderjarige kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister geen verweerschrift heeft ingediend en heeft op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft eerst het verzoek van eiseres om vrijstelling van griffierecht definitief toegewezen, gezien haar financiële situatie. Vervolgens heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister in gebreke is gebleven om tijdig een besluit te nemen. Eiseres had haar aanvraag op 29 september 2022 ingediend, en de minister had uiterlijk op 28 maart 2023 een besluit moeten nemen. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft eiseres op 2 mei 2023 rechtsgeldig de minister in gebreke gesteld en is het beroep tijdig ingediend.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de uitspraak gebeuren. Tevens is bepaald dat de minister een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen aan eiseres moet betalen en heeft de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 437,50.