Uitspraak
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Wat vindt eiser in beroep?
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsdocument EU/EER. Eiser, geboren in 1989 en van Turkse nationaliteit, had op 18 september 2022 een aanvraag ingediend als verblijvende partner bij zijn referente. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die concludeerde dat er sprake was van een schijnhuwelijk. Eiser voerde aan dat de positieve indicatoren van zijn relatie niet voldoende waren onderzocht en dat de hoorplicht was geschonden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat er geen sprake was van een oprechte relatie, en dat de negatieve indicatoren, zoals discrepanties in verklaringen en het niet-rechmatig verblijf van eiser, zwaar wogen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen connexiteit meer was na de uitspraak. Eiser kreeg geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.