Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
9 november 2024. De rechtbank acht het niet onmogelijk voor de minister om binnen deze termijn op zorgvuldige wijze een besluit te nemen. De rechtbank acht de nadere termijn zodanig dat deze noch onnodig lang noch onrealistisch kort is.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om uiterlijk op 9 november 2024 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiseres en eiseres in de zaak met nummer NL24.22047 gezamenlijk een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.
M.A. Postma, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.