ECLI:NL:RBDHA:2024:13241
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortduren van maatregel van bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, een Marokkaanse nationaliteit, en de minister van Migratie en Asiel. Eiser had op 30 juli 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 13 augustus 2024 is opgeheven, maar dat de grondslag voor de bewaring niet tijdig was omgezet na de indiening van een asielaanvraag op 9 augustus 2024. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring vanaf 12 augustus 2024 onrechtmatig was, omdat verweerder niet binnen de vereiste termijn de grondslag had gewijzigd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en eiser een schadevergoeding van € 200 toegekend voor de onrechtmatige vrijheidsontneming gedurende twee dagen. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 875. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.