ECLI:NL:RBDHA:2024:13425
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen inzake aanvraag mvv nareis
Op 22 augustus 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.W.C. van Geet, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van de minister op 1 december 2023 verstreken was zonder dat er een besluit was genomen. Eiseres heeft de minister op 6 december 2023 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 28 december 2023 ingediend, wat tijdig was volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was, omdat de minister niet op tijd had beslist.
De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister aan eiseres € 1.442 aan verbeurde bestuurlijke dwangsommen moet betalen, en is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres ter hoogte van € 437,50, evenals het griffierecht van € 184. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.