Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verlengingsbesluit van de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De minister van Asiel en Migratie had op 25 juli 2024 de maatregel van bewaring opgelegd en deze verlengd met maximaal twaalf maanden. Eiser, die een asielaanvraag had ingediend, stelde dat de minister ten onrechte had geoordeeld dat hij niet meewerkte aan zijn uitzetting. De rechtbank oordeelde dat de minister de gronden voor de verlenging van de bewaring terecht aan eiser had tegengeworpen, waaronder het feit dat eiser niet terug wilde keren naar Algerije en niet voldoende had meegewerkt aan zijn uitzetting. De rechtbank concludeerde dat er voldoende zicht op uitzetting was en dat de minister voortvarend had gehandeld. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.