Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 15 februari 2024 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 28 oktober 2022. De minister van Asiel en Migratie heeft op 20 maart 2024 de aanvraag ingewilligd, waarna verzoeker het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft uitspraak gedaan buiten zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft de regels omtrent proceskostenveroordeling in de Awb besproken. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling moest worden genomen door een andere EU-lidstaat, zoals geregeld in de Dublinverordening. De beslistermijn voor de asielaanvraag is vastgesteld op 26 oktober 2023, maar door een wijziging in de wetgeving is deze verlengd tot 26 juli 2024.
Verzoeker heeft verweerder op 29 januari 2024 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de wettelijke beslistermijn nog niet verstreken was. Hierdoor is er geen sprake van tegemoetkomen aan verzoeker in de zin van artikel 8:75a van de Awb. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.