Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 20 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 10 oktober 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank stelt vast dat de beslistermijn op het moment van deze ingebrekestelling nog niet was verstreken.
De rechtbank verwijst naar de Dublinverordening en de Vreemdelingenwet 2000, waarbij wordt vastgesteld dat de beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser op 9 juni 2023 is aangevangen. De beslistermijn zou oorspronkelijk op 9 december 2023 eindigen, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze verlengd tot 9 september 2024. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verlenging rechtsgeldig is en dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan op 30 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.