ECLI:NL:RBDHA:2024:1451
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2024, wordt het beroep van eiseres, een Syrische vrouw, tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen op grond van de Dublinverordening, waarbij Roemenië als verantwoordelijk land is aangewezen. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij slecht behandeld is in Roemenië en dat er pushbacks plaatsvinden, wat zou betekenen dat zij niet veilig terug kan. De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2024 behandeld, maar eiseres was niet verschenen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich op het interstatelijke vertrouwensbeginsel mag beroepen, wat inhoudt dat lidstaten van de EU erop mogen vertrouwen dat andere lidstaten hun verplichtingen nakomen. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Roemenië een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de EU. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het besluit van de staatssecretaris om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.