ECLI:NL:RBDHA:2024:14947
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Uitspraak op verzet inzake asielaanvraag en proceskostenveroordeling
Op 2 augustus 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetprocedure betreffende een asielaanvraag. De opposant had eerder beroep ingesteld omdat de Minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 3 januari 2024 het beroep gegrond verklaard en de Minister opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. De opposant ging in verzet tegen deze uitspraak, stellende dat de rechtbank ten onrechte de wegingsfactor 'zeer licht' had toegepast bij de proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelde dat de uitspraak van 3 januari 2024 niet juist was, omdat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak had overwogen dat in vreemdelingenzaken een wegingsfactor van minimaal 0,5 moet worden gehanteerd. De rechtbank verklaarde het verzet gegrond en paste de wegingsfactor 'licht' toe, waardoor de proceskostenveroordeling werd aangepast. De rechtbank besloot de eerdere uitspraak te laten vervallen voor zover deze betrekking had op de onjuiste toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank veroordeelde de Minister tot betaling van de proceskosten van de opposant, zowel in beroep als in verzet, elk ter hoogte van € 437,50. De uitspraak werd gedaan zonder zitting, omdat de rechtbank geen twijfel had over de uitkomst.