Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Ethiopische nationaliteit hebbende vrouw, haar asielaanvraag indiende. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiseres had een geldig Pools visum op het moment van haar aanvraag, wat de verantwoordelijkheid van Polen bevestigde. Eiseres voerde aan dat er sprake was van bijzondere individuele omstandigheden, waaronder psychische klachten door trauma's, die een overdracht aan Polen onaanvaardbaar zouden maken. Ze verwees naar verschillende rapporten die tekortkomingen in de Poolse asielprocedure aantoonden en stelde dat haar gezondheid in gevaar zou komen bij een terugkeer naar Polen.
De rechtbank behandelde het beroep op 26 september 2024 en oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet van toepassing was in haar geval. De rechtbank concludeerde dat de door eiseres aangevoerde risico's op onmenselijke behandeling niet aannemelijk waren gemaakt. Bovendien werd een nieuwe beroepsgrond die ter zitting werd aangevoerd, buiten beschouwing gelaten wegens strijd met de goede procesorde. De rechtbank oordeelde dat de minister in redelijkheid had kunnen besluiten om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een overdracht aan Polen zouden uitsluiten. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.