Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.22131
Rechtbank Den Haag
Op 30 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Kortrijk, en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank oordeelde dat de minister in gebreke was gebleven, aangezien de aanvraag op 13 oktober 2023 was ingediend en de beslistermijn van 90 dagen was overschreden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het niet tijdig nemen van een besluit, waarbij de minister werd opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de uitspraak gebeuren. Tevens werd er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Eiseres had recht op verbeurde bestuurlijke dwangsommen van € 1.442 en de proceskosten werden vastgesteld op € 437,50. De rechtbank bepaalde ook dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 187 vergoed moest worden.