Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Dat de ongewenstverklaring pas gedurende het beroep aan het digitale dossier is toegevoegd maakt, anders dan eiser stelt, niet dat hij hierdoor in zijn recht op verdediging is geschaad. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser reeds van de ongewenstverklaring kennis heeft kunnen nemen door de vermelding hiervan in het bestreden besluit. Bovendien is de ongewenstverklaring, ruim voor de behandeling ter zitting op 27 mei 2024 aan het digitale dossier toegevoegd. Tijdens de zitting, alsmede na heropening van het onderzoek heeft eiser hierop kunnen reageren. Van deze gelegenheid heeft eiser ook gebruik gemaakt. Gesteld noch gebleken is dat dit onvoldoende is geweest.
1 september 2023 heeft verklaard dat hij acht kinderen heeft in Nederland, waarvan drie kinderen met zijn partner [naam]. Eiser stelt dat hij regelmatig contact heeft met al zijn kinderen, behalve met zijn oudste dochter. De hoormedewerker vraagt vervolgens of eiser de zorg over zijn kinderen heeft, waarop eiser antwoordt dat hij als vader betrokken is bij de opvoeding van zijn kinderen door ze bijvoorbeeld naar school te brengen en ze daar weer op te halen of door (waar het kan) financiële steun te bieden. Op de vraag waarom eiser Nederland niet heeft verlaten nadat aan hem een ongewenstverklaring is opgelegd op 8 januari 2004, antwoordt eiser dat hij Nederland nooit heeft verlaten vanwege zijn kinderen en omdat hij niet de juiste papieren had. Verder geeft eiser aan in Nederland te willen blijven bij zijn kinderen.
.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. S.M. Hampsink, griffier.