Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.28483
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent);
€ 187 (honderdzevenentachtig euro) moet vergoeden.
Rechtbank Den Haag
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.A.M. Fikken, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. De aanvraag werd op 14 juni 2023 ingediend, en de minister had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen. De termijn voor het nemen van een besluit was verlengd met drie maanden, waardoor de deadline op 12 december 2023 viel. Eiseres heeft de minister op 17 juni 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep op 16 juli 2024 ingediend, wat tijdig was volgens de wet.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de minister niet binnen de gestelde termijn heeft beslist. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres, tot een bedrag van € 437,50, en het griffierecht van € 187 vergoed door de minister. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de behandeling van het beroep aan te houden, ondanks het verzoek van de minister om een langere beslistermijn, en heeft bevestigd dat de huidige werkwijze van de IND geen reden voor uitstel rechtvaardigt.