ECLI:NL:RBDHA:2024:16669

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.29301
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake verblijfsvergunning asiel door vertrek met onbekende bestemming

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 23 juli 2024 niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting. Eiser heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, geregistreerd onder het zaaknummer NL24.29302, waarover bij afzonderlijke uitspraak wordt beslist.

De rechtbank onderzoekt of eiser procesbelang heeft bij het beroep. Dit wordt ingegeven door een document van de minister, waarin staat dat eiser op 12 september 2024 met onbekende bestemming is vertrokken en zich nog niet opnieuw heeft gemeld. De gemachtigde van eiser is op de hoogte gesteld van deze situatie, maar heeft niet gereageerd. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet worden aangenomen dat een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken, geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht in Nederland. Dit geldt tenzij de vreemdeling aangeeft dat hij nog contact heeft met zijn gemachtigde.

Gezien het uitblijven van informatie van de gemachtigde van eiser, concludeert de rechtbank dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard, en eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Strating, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29301

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

geboren op [geboortedatum],
van Libische nationaliteit,
V-nummer: [v-nummer],
(gemachtigde: mr. A.J. de Boer),
en
de minister van Asiel en Migratie [1] ,de minister.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 23 juli 2024 niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.1.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
1.2.
Het verzoek van eiser om een voorlopige voorziening te treffen staat geregistreerd onder het zaaknummer NL24.29302. Hierop wordt bij afzonderlijke uitspraak beslist.

Beoordeling door de rechtbank

Heeft eiser procesbelang?
2. De rechtbank beantwoordt allereerst ambtshalve de vraag of eiser procesbelang heeft bij het beroep. Dit is ingegeven door een, door de minister op 16 september 2024, toegevoegd document in het digitale dossier met meldingen van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Uit dit document blijkt dat eiser op 12 september 2024 met onbekende bestemming is vertrokken, en zich nog niet opnieuw heeft gemeld. De rechtbank heeft de gemachtigde van eiser, bij bericht van 17 september 2024, op dit feit gewezen en verzocht aan te geven of hij nog contact onderhoudt met eiser, en of er nog procesbelang bestaat. De gemachtigde van eiser heeft hier niet op gereageerd.
2.1.
Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State [2] volgt dat, als de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken, zonder aan de minister te laten weten waar hij verblijft, er in beginsel van moet worden uitgegaan dat deze vreemdeling geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. In dat geval heeft de vreemdeling geen rechtens te beschermen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het ingestelde beroep. Dit is slechts anders, wanneer een vreemdeling aangeeft dat hij contact met zijn gemachtigde onderhoudt, en dus nog prijs stelt op deze bescherming.
2.2.
Gezien de hiervoor genoemde omstandigheden, en gezien het uitblijven van informatie van de gemachtigde van eiser, neemt de rechtbank aan dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat hij geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Eiser heeft daarom geen rechtens te beschermen belang meer bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
3. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt dus de zaak niet inhoudelijk. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Strating, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Zie bijv. de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3237.