ECLI:NL:RBDHA:2024:16876

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.28388
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van leeftijdsregistratie en geloofwaardigheid van verklaringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Somalische man, heeft op 4 augustus 2023 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelt dat hij problemen heeft ondervonden met Al-Shabaab vanwege zijn werkzaamheden als chauffeur. Eiser claimt geboren te zijn op [datum 1] 2006, maar verweerder heeft zijn aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de geregistreerde geboortedatum in Spanje [datum 2] 1997 is. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder niet hoefde uit te gaan van de door eiser gestelde geboortedatum en dat eiser niet heeft aangetoond dat de registratie in Spanje onjuist is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn minderjarigheid en de gestelde bedreigingen door Al-Shabaab zijn niet geloofwaardig geacht. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag terecht is afgewezen en het beroep ongegrond is verklaard. Eiser heeft niet voldaan aan de bewijslast om zijn stellingen te onderbouwen met documenten of verklaringen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.28388

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
(gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 10 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 18 september 2024 op zitting behandeld in Breda. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum 1] 2006 en de Somalische nationaliteit te hebben. Op 4 augustus 2023 heeft hij een asielaanvraag ingediend in Nederland. Aan de asielaanvraag heeft eiser ten grondslag gelegd dat hij heeft gewerkt in de provincie Banaadir als chauffeur bij de gemeente (als vervoerder van straatvegers). Als gevolg van zijn werk heeft eiser problemen ondervonden met Al-Shabaab. Eiser heeft tweemaal een dreigtelefoontje gekregen en een dreigbericht op zijn telefoon. Ook werd eiser door drie mannen van Al-Shabaab op straat bedreigd en geslagen. Eisers vader heeft ook dreigtelefoontjes ontvangen van Al-Shabaab. Bij terugkeer vreest eiser vermoord te worden door Al-Shabaab.
2. Verweerder heeft met het bestreden besluit de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser deels geloofwaardig. De door eiser opgegeven geboortedatum wordt door verweerder niet gevolgd. Verweerder verwijst daarbij naar de registratie in Spanje waar de geboortedatum [datum 2] 1997 is geregistreerd. Verweerder volgt eisers stelling niet dat het door eiser in dit kader overgelegde document uit twee delen bestaat en dat het dus gaat om één document. Verweerder stelt zich daarbij ook op het standpunt dat op het geboortecertificaat een pasfoto ontbreekt waardoor het niet als een identificerend document kan worden aangemerkt. Tevens kan aan het certificaat van identiteitsbevestiging evenmin waarde worden gehecht. Verweerder verwijst daarbij naar de toelichting van Bureau Documenten, het Algemeen Ambtsbericht over Somalië van juni 2023 [1] en eisers verklaringen over de wijze van de verkrijging van het document. Ook werpt verweerder eiser tegen dat hij niet heeft onderbouwd dat de persoonsgegevens waarmee hij in Spanje bekend is van een vals Keniaans paspoort afkomstig zijn. Verder vindt verweerder eisers werkzaamheden en de daaruit voortvloeiende problemen met Al-Shabaab niet geloofwaardig. Eiser heeft daarover tijdens de gehoren summiere, inconsistente en onsamenhangende verklaringen afgelegd. Verweerder werpt eiser daarbij tegen dat hij geen documenten heeft overgelegd ten aanzien van zijn werk en de problemen met Al-Shabaab. Van eiser mocht immers worden verwacht dat hij zijn werkzaamheden bij de gemeente en de bedreigingen kon onderbouwen. Verder werpt verweerder aan eiser tegen dat hij inconsistent heeft verklaard over de wijze waarop hij aan het werk bij de gemeente is gekomen. Ook kan eiser niet benoemen hoe vaak en wanneer zijn vader is gebeld door Al-Shabaab. Dat eiser hierop niet heeft doorgevraagd bij zijn vader, terwijl eiser hierdoor niet naar buiten mocht gaan en vervolgens mede de aanleiding vormde om Somalië te verlaten, is volgens verweerder niet geloofwaardig. Verder werpt verweerder aan eiser tegen dat het slechts een vermoeden is dat het daadwerkelijk leden van Al-Shabaab zijn geweest die eiser hebben bedreigd. Dit vermoeden heeft eiser niet onderbouwd. Verweerder heeft ook voldoende doorgevraagd over het verzoek van Al-Shabaab om te stoppen met eisers werkzaamheden bij de gemeente.
3. Eiser voert hiertegen het volgende aan. Verweerder heeft het relaas met betrekking tot de leeftijd van eiser ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Eiser kan het vervalst Keniaans paspoort niet overleggen nu het door de Spaanse autoriteiten is ingenomen. Eiser heeft hier ook geen verklaring van gekregen van de Spaanse autoriteiten nu dergelijke verklaringen, waarop staat dat het paspoort is ingenomen omdat het vals is, niet worden afgegeven. Verder verwijst eiser naar een twee uitspraken van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Den Haag en Roermond [2] waaruit blijkt dat niet altijd van een leeftijdsregistratie in een ander lidstaat kan worden uitgegaan als er identificerende documenten worden overgelegd. Voorts klopt verweerders stelling niet dat eiser de gegevens zoals op het Keniaans paspoort staan heeft verstrekt. Verweerder had het door eiser overgelegde document ook niet zomaar terzijde kunnen schuiven en kunnen aangeven dat het niet om identificerende stukken gaat. Eiser heeft in de zienswijze ook voldoende uitleg gegeven over de salarisbetalingen en waarom er geen arbeidscontract voorhanden is. Met betrekking tot hoe eiser aan het werk bij de gemeente is gekomen voert eiser aan dat hij in de zienswijze voldoende uitleg heeft gegeven over de inconsistentie. Verweerder heeft tijdens het gehoor hier niet voldoende over doorgevraagd. Ten aanzien van de bedreigingen verwijst eiser naar de zienswijze. Bovendien heeft eiser duidelijk aangegeven dat hij zijn telefoon in Somalië heeft achtergelaten waardoor hij geen gespreksgeschiedenis kan tonen. De bedreigingen aan vaders adres worden ten onrechte met een simpel ongeloofwaardig weggeschreven, terwijl eiser daarvoor wel een verklaring heeft gegeven.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Verweerder heeft primair betoogd dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat eiser per 16 augustus 2024 met onbekende bestemming is vertrokken en dus geen procesbelang meer heeft. De rechtbank acht het beroep wel ontvankelijk nu uit de verklaring van de gemachtigde van eiser tijdens de zitting blijkt dat eiser nog in Nederland is en zij in ieder geval een week voor de zitting nog contact met hem had.
Wat in de gronden van beroep is aangevoerd kan echter niet leiden tot een geslaagd beroep. Het is immers aan eiser om zijn stellingen aannemelijk te maken middels zijn verklaringen en documenten en hierin is hij niet geslaagd.
Leeftijdsregistratie
5. Verweerder heeft in overeenstemming met werkinstructie 2018/19 onderzoek gedaan naar de leeftijdsregistratie in een andere lidstaat, nadat was gebleken dat de conclusies van de schouw door de AVIM [3] en de IND [4] medewerkers niet overeen kwamen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de vreemdeling in een andere lidstaat met een meerderjarige leeftijd staat geregistreerd, wordt de geboortedatum aangepast naar meerderjarigheid.
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet hoeven uitgaan van de door eiser gestelde geboortedatum van [datum 1] 2006 en heeft hij [datum 2] 1997 als geboortedatum voor eiser kunnen hanteren in het bestreden besluit. Verweerder mag betrekken dat eiser in Spanje staat geregistreerd met een meerderjarige leeftijd, met de geboortedatum van [datum 2] 1997. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat deze registratie niet klopt. Eiser is daar niet in geslaagd.
7. Eiser heeft zijn gestelde minderjarigheid niet aannemelijk gemaakt door indicatieve documenten over te leggen, of door middel van zijn afgelegde verklaringen. Ten aanzien van de door eiser overgelegde geboorteakte heeft verweerder terecht overwogen dat het geen identificerend document is zoals bedoeld in paragraaf C1/4.3 van de Vc. [5] Daarnaast heeft verweerder erop gewezen dat het certificaat van identiteitsbevestiging op 29 januari 2024 door Bureau Documenten is onderzocht en an sich positief is beoordeeld. Niet is gebleken van redenen voor twijfel aan dit deskundigenoordeel. Bureau Documenten heeft daarbij echter een kanttekening geplaatst en verwezen naar pagina 48 van het Algemeen Ambtsbericht over Somalië. Hieruit volgt dat Somalië geen allesomvattend nationaal registratiesysteem of burgerlijke stand kent. Om deze reden is het voor Bureau Documenten moeilijk om de echtheid van documenten en het verkrijgen daarvan te verifiëren. Er bestaat in Somalië geen betrouwbaar persoonsregistratie systeem waardoor de authenticiteit van een document moeilijk is vast te stellen. Verder blijkt uit het Algemeen Ambtsbericht dat er veel sprake is van corruptie bij Somalische overheidsinstanties en dat het betrekkelijk eenvoudig is om aan vervalste documenten of documenten met valse identiteitsgegevens te komen. Dat Bureau Documenten het document dan ook een positief advies heeft gegeven wil naar het oordeel van de rechtbank niet zeggen dat het document ook legaal is verkregen, dan wel dat de identiteitsgegevens naar waarheid zijn opgenomen in het document. Dit maakt dat de wijze van het verkrijgen van het document en de identiteitsgegevens op het document niet zonder meer gevolgd kunnen worden. Temeer nu uit openbare bronnen blijkt dat er veel fraude is in dit kader in Somalië. Hierbij is van belang dat eiser het document niet zelf heeft aangevraagd en opgehaald, maar dat door een vriend heeft laten doen. Bovendien heeft eiser verklaard dat deze vriend werkt bij het kantoor waar de documenten worden opgesteld en dat hij daarom gemakkelijk dit document kan verkrijgen. Verweerder heeft zich hierbij op het standpunt kunnen stellen dat dit afbreuk doet aan het verkrijgen van het document. Hierdoor kan de informatie uit het document niet zonder meer worden gevolgd. Daarbij is ook van belang dat eiser eerder op zijn telefoon een document toonde dat is uitgegeven op 19 december 2019, terwijl op dat document een andere vingerafdruk zit dan op het onderzochte document dat is uitgegeven op 8 januari 2024. Ter zitting heeft eiser hier geen verklaring voor kunnen geven. Bovendien heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser niet heeft onderbouwd dat de persoonsgegevens waarmee hij in Spanje bekend staat afkomstig zijn van een vals Keniaans paspoort. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser zijn gestelde minderjarigheid niet aannemelijk gemaakt met de door hem overgelegde documenten. De rechtbank ziet in de door eiser aangehaalde uitspraken geen aanleiding anders te oordelen.
8. Verweerder mocht daarom uitgaan van de leeftijdsregistratie in Spanje.
Werkzaamheden en daaruit voortvloeiende problemen
9. Verweerder heeft de gestelde werkzaamheden en daaruit voortvloeiende problemen met Al-Shabaab niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser geen enkele inspanning heeft geleverd om documenten dan wel ander indicatief bewijs aan te leveren van zijn werkzaamheden bij de gemeente. Dit mag wel van eiser worden verwacht nu eiser stelt problemen te hebben gekregen met Al-Shabaab vanwege zijn werkzaamheden. Dat eisers telefoon stuk is waardoor hij deze in Somalië heeft achtergelaten doet daar niet aan af en komt voor rekening en risico van eiser. Eiser kon immers zijn simkaart meenemen om zijn stelling te onderbouwen dat zijn salaris op zijn telefoon werd uitbetaald. Waarom hij dat niet heeft gedaan, heeft hij niet verklaard. Verweerder heeft dan ook kunnen tegenwerpen dat eiser de gestelde werkzaamheden niet heeft aangetoond. Dit doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van eisers relaas. Voorts heeft verweerder aan eiser kunnen tegenwerpen dat hij inconsistent heeft verklaard over de wijze waarop hij aan zijn werk bij de gemeente is gekomen. Zo stelt eiser in het aanmeldgehoor dat hij het werk via zijn familie heeft gekregen. [6] Tijdens het nader gehoor stelt eiser echter dat hij het werk heeft gekregen via een vriend. [7] Hierbij heeft verweerder kunnen meewegen dat eiser tijdens het aanmeldgehoor verklaarde dat zijn familie hem heeft geholpen om in de stad te werken en dat er niet moeilijk werd gedaan over eisers leeftijd omdat zijn familie hem steunde. Eiser sprak dus niet, anders dan hij later stelde, over een broer waarmee hij een vriend bedoeld zou hebben. Ook dit doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van eisers relaas. Daarnaast heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat eiser ook de dreigtelefoontjes van Al- Shabaab niet met documenten heeft onderbouwd, zoals een gespreksgeschiedenis of oproepgeschiedenis. Ook hierbij geldt dat de omstandigheid dat eiser zijn (kapotte) telefoon en simkaart in Somalië heeft achtergelaten voor rekening en risico van eiser komt. Ook het op zijn telefoon ontvangen dreigbericht had hij met zijn simkaart kunnen onderbouwen. Verweerder mag van een vreemdeling verwachten dat hij zijn asielrelaas met documenten staaft en dat hij, als deze documenten ontbreken, daarvoor een bevredigende verklaring geeft. Nu eiser deze documenten niet heeft overgelegd en daar geen verklaring voor heeft gegeven, heeft verweerder dit aan eiser kunnen tegenwerpen. Voorts heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat het slechts een vermoeden van eiser betreft dat Al-Shabaab achter de bedreigingen zit. Dit vermoeden heeft eiser niet onderbouwd. Ook dit doet afbreuk aan de gestelde problemen van eiser.
Kennelijk ongegrond
10. Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw kan verweerder de asielaanvraag afwijzen als kennelijk ongegrond als de vreemdeling hem heeft misleid door omtrent zijn identiteit of nationaliteit valse informatie of documenten te verstrekken of door relevante informatie of documenten die een negatieve invloed op de beslissing hadden kunnen hebben, achter te houden. Gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen heeft verweerder kunnen concluderen dat eiser hem heeft misleid over zijn leeftijd en dus zijn identiteit.
Conclusie
11. De asielaanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
12. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 11 oktober 2024 door mr. S. Hindriks, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Algemeen Ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken over Somalië van juni 2023.
3.Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel.
4.Immigratie en Naturalisatiedienst.
5.Vreemdelingencirculaire 2000.
6.Verslag van het aanmeldgehoor van 7 augustus 2023, pagina 8.
7.Verslag van het nader gehoor, pagina 9 en 15.