ECLI:NL:RBDHA:2024:17051
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis voor haar en haar dochters. De aanvraag is op 10 januari 2023 ingediend, en volgens de Vreemdelingenwet 2000 had verweerder binnen 90 dagen moeten beslissen. Verweerder heeft de beslistermijn met drie maanden verlengd, waardoor de uiterste beslisdatum op 10 juli 2023 viel. Eiseres heeft verweerder op 2 augustus 2023 en 2 april 2024 in gebreke gesteld, en op 7 juni 2024 is het beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist.
De rechtbank legt verweerder op om binnen acht weken na verzending van de uitspraak een besluit bekend te maken. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet het besluit binnen twintig weken na verzending van de uitspraak bekend worden gemaakt. De rechtbank bepaalt ook dat verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50 en moet het door eiseres betaalde griffierecht van € 187 worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en openbaar gemaakt op 15 oktober 2024. De rechtbank heeft de uitspraak geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.