ECLI:NL:RBDHA:2024:17529
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en terugkeerbesluit met betrekking tot procesbelang
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 23 oktober 2024, worden de beroepen van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie van 25 maart 2024 beoordeeld. Dit besluit houdt in dat de asielaanvraag van eiser buiten behandeling is gesteld, en dat er een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar aan eiser zijn opgelegd. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaken niet nodig is.
De rechtbank oordeelt dat de beroepen van eiser niet-ontvankelijk zijn, omdat eiser geen procesbelang meer heeft. Dit blijkt uit een door eiser ondertekende vertrekverklaring van 28 augustus 2024, waaruit blijkt dat hij op die dag met behulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) is teruggekeerd naar Marokko, zijn land van herkomst. Eiser heeft verklaard Nederland vrijwillig te willen verlaten en dat hij instemt met het beëindigen van openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser geen aanspraak meer wenst te maken op een asielvergunning.
Daarnaast heeft eiser ook geen belang meer bij de beoordeling van het beroep tegen het terugkeerbesluit, omdat hij vrijwillig is teruggekeerd naar Marokko en daarmee aan het terugkeerbesluit heeft voldaan. Evenmin heeft eiser belang bij de beoordeling van het beroep tegen het inreisverbod, aangezien zijn gemachtigde heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser. De rechtbank concludeert dat alle beroepen niet-ontvankelijk zijn verklaard en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.