In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 5 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de maatregel van bewaring behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 16 oktober 2024 is genomen. De rechtbank behandelt de vraag of er een geldige piketmelding is uitgegaan en of de minister heeft voldaan aan zijn informatieplicht. De rechtbank concludeert dat de piketmelding enkel betrekking had op de ophouding van eiser en niet op het gehoor bij inbewaringstelling. Dit leidt tot de conclusie dat de minister in zijn belangen is geschaad, maar dat de belangenafweging in het voordeel van de minister uitvalt, omdat eiser slechts kort van rechtsbijstand was verstoken. De rechtbank oordeelt verder dat de maatregel van bewaring niet op een onjuiste grondslag berust, aangezien eiser door zijn asielaanvraag rechtmatig verblijf heeft verkregen. De rechtbank stelt vast dat de minister niet heeft voldaan aan de informatieplicht, maar dat dit niet leidt tot onrechtmatigheid van de bewaring, omdat eiser voldoende is geïnformeerd over de gronden van zijn bewaring. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.