ECLI:NL:RBDHA:2024:18689
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing mvv-aanvraag en beoordeling DNA-onderzoek in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 7 juli 2021 afgewezen, en het bezwaar van eiser is bij besluit van 2 mei 2024 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 30 juli 2024 en 7 oktober 2024 behandeld, waarbij eiser inmiddels in Nederland een asielaanvraag had ingediend. De rechtbank oordeelt dat de minister niet onzorgvuldig heeft gehandeld in de wijze waarop hij DNA-onderzoek heeft aangeboden en dat eiser niet beschikbaar was voor dit onderzoek. De rechtbank concludeert dat de minister de afwijzing van de mvv-aanvraag terecht heeft gehandhaafd, omdat eiser onvoldoende documenten heeft ingediend om zijn identiteit en de familierechtelijke relatie met de referente te onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen mvv krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.