Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
[minderjarige 1] en [minderjarige 2]V-nummers: [V-nummer 2] en [V-nummer 3]
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 14 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van eiseres, die op 24 juni 2024 beroep had ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag van 1 november 2022. De rechtbank oordeelde dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had op 1 november 2022 een asielaanvraag ingediend, waarna de Minister van Asiel en Migratie op 20 december 2022 Italië had verzocht om eiseres over te nemen op basis van de Dublinverordening. De Italiaanse autoriteiten accepteerden dit verzoek op 21 februari 2023, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde op 26 april 2023 dat de overdracht van eiseres aan Italië niet mogelijk was vanwege een gebrek aan opvangfaciliteiten. Hierdoor werd de Minister verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres.
De rechtbank stelde vast dat op grond van artikel 42 van de Vreemdelingenwet (Vw) er binnen zes maanden op een asielaanvraag beslist moet worden. De beslistermijn voor eiseres begon op 26 april 2023 en zou eindigen op 26 oktober 2023. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 werd deze termijn verlengd tot 26 juli 2024. Eiseres had de Minister op 1 juni 2024 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelde dat op dat moment de beslistermijn nog niet was verstreken. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na bekendmaking.