ECLI:NL:RBDHA:2024:19434
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door niet-tijdig beslissen
In deze zaak heeft eiser op 5 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 20 november 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had op 20 november 2022 een asielaanvraag ingediend, waarvoor de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 20 mei 2023 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 20 februari 2024 eindigde. Eiser heeft verweerder op 19 februari 2024 in gebreke gesteld, maar op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.