ECLI:NL:RBDHA:2024:1964
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en beslistermijnen
In deze zaak heeft eiser op 5 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 26 juni 2022 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals vastgelegd in artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb. Eiser had op 26 juni 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd bij besluit van 27 januari 2023 niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk werd geacht. Dit besluit werd gegrond verklaard bij uitspraak van 16 maart 2023. Op 25 april 2023 werd meegedeeld dat eiser niet tijdig kon worden overgedragen aan Italië en dat zijn aanvraag verder behandeld zou worden in de nationale procedure. De beslistermijn van zes maanden, die op 25 oktober 2023 zou eindigen, werd verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van WBV 2022/22, waardoor deze pas op 25 juli 2024 zou eindigen. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van 16 oktober 2023 te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.