Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Bevoegdheid minister
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Roemeense statushouder, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De minister van Asiel en Migratie heeft op 5 september 2024 de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser internationale bescherming geniet in Roemenië. De rechtbank heeft de zaak op 14 november 2024 behandeld, waarbij eiser niet aanwezig was. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een sterkere band met Nederland heeft dan met Roemenië. Eiser heeft weliswaar gesteld dat hij op de evacuatielijst stond en dat hij medische hulp nodig heeft, maar de rechtbank oordeelt dat deze stellingen niet objectief zijn onderbouwd. De rechtbank wijst erop dat de minister van Asiel en Migratie bevoegd is om de asielaanvraag te beoordelen, ondanks dat het besluit is ondertekend door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit gebrek wordt gepasseerd omdat eiser niet in zijn belangen is geschaad. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt de minister tot betaling van proceskosten aan eiser, omdat er een zorgvuldigheidsgebrek is geconstateerd. De uitspraak is gedaan op 26 november 2024.