ECLI:NL:RBDHA:2024:20346
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen over kinderopvangtoeslag en verzoek om rechterlijke dwangsom
In deze zaak heeft eiseres een verzoek ingediend om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (KOT) en heeft zij beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, de Dienst Toeslagen. De rechtbank had eerder op 22 december 2022 geoordeeld dat verweerder binnen dertien weken een besluit moest nemen, op straffe van een dwangsom. Eiseres heeft tijdens de huidige procedure kennisgenomen van het besluit van 28 november 2022, maar stelt dat zij geen belang meer heeft bij een uitspraak op haar beroep omdat het besluit inmiddels is genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen procesbelang meer heeft. Daarnaast verklaart de rechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek om de rechterlijke dwangsom vast te stellen, omdat dit geen publiekrechtelijke rechtshandeling is. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder aansprakelijk is voor de proceskosten, omdat niet is aangetoond dat het besluit correct is verzonden. De kosten worden vastgesteld op € 875,- en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed.